Griendtsveen

Griendtsveen

In 1850 werd door enkele Amsterdammers een maatschappij opgericht met als doe het ontginnen van  de veengebieden in het zuiden van de gemeente Emmen. Men kocht 2000 ha veengebied aan, later het “Amsterdamscheveld” genoemd.In 1909 werd deze Drentsche Landontginning Mij. overgenomen door de Griendtsveen Maatschappij. Dat evenals het dorp Griendtsveen in de Brabantse/Limburgse Peel genoemd is naar de familie van der Griendt, die daar in 1885 de vervening en de productie van turfstrooisel ter hand had genomen. In het Amsterdamscheveld kwam het zwaarte punt te liggen op de winning van de bovenste laag (bolster), die zeer geschikt was voor de fabricage van turfstrooisel.

Er werden drie turfstrooisel fabrieken, een elektriciteitcentrale en werkplaatsen gebouwd. Daarom heen ontstond een nederzetting, in de volksmond “De Peel” genoemd,  met woningen en een school.

Voor het vervoer van grondstof naar de turfstrooisel fabrieken werd een uitgebreid smalspoornet aangelegd. De zachte ondergrond maakte het gebruik van lichte locomotieven, wagons en rails nodig. Met een spoorwijdte van 90 cm. en een lengte van 18 km. liep de lijn van het kantoor en de werkplaats aan de Peelstraat tot aan haar vervening bij Schöningsdorf vlak over de Duitse grens. Vanaf deze lijn liepen diverse aftakkingen het veen in.

Op 30 maart 1983 vond de laatste rit op de Griendtsveen lijn plaats. De  activiteiten van de turfstrooisel fabrieken waren beeindigd. De verveningsactiviteiten in Duitsland werden echter voortgezet.

In 1984 werd zes hectare fabrieksterrein op een restant hoogveen, met de daarop aanwezige veldspooractiviteiten, in erf pacht gegeven aan de Noord Nederlandse Museum Spoorbaan.